Terwijl de tuin nog half in winterslaap ligt, staat het voorjaar nu toch echt – eindelijk – om de hoek. Struiken beginnen uit te lopen en dikke knoppen sieren de blauwe regen.
Onwillekeurig dwalen mijn gedachten af naar het zuiden van Sardinië waar ik me graag vergaap aan de overdaad van olijven, druiven, fruit en bloeiende tuinen. Citroenbomen zag ik er. Veel. Maar ook granaatappels, vijgen. Een overdaad aan bougainville, hibiscus, trompetbloemen. Een paradijs. Maar voor dáár de gewoonste zaak van de wereld.
Ik weet dat ik een keer een onbekende struik stond te bewonderen, mijzelf afvragend wat dit nu was. Ik keek naar de witte bloempjes met lila meeldraden. Het was een struik vol knopjes die stonden te trappelen zich te ontvouwen. Een beauty.
De eigenaar zag mij staan en vertelde dat het de bloem was van de capperi. Juist. Kappertjes dus. En dat zij die volgens oud familierecept droogden en in zout inlegden. Hij vertelde dat zijn vrouw bezig was paprika’s te bakken, met gebruik van de kappertjes uit hun eigen tuin. Met zijn knoestige handen, krom van het harde werken, wees hij trots naar zijn vrouw. Daar stond zij, in de keuken achter een berg paprika’s de oogst van de dag te verwerken. “Vieni, vieni” zei hij en nam mij mee naar de keuken om mij deelgenoot te maken van haar werk.
Het recept is een toppertje. Eenvoudig en snel klaar. Opvallend is de afwezigheid van zout, kruiden of specerijen. Ieder product staat zijn smaak af aan dit pure gerecht. De ingrediënten kunnen naar eigen inzicht meer of minder worden toegevoegd, zonder dat dit afbreuk doet aan het eindresultaat. Mits met liefde gemaakt natuurlijk 🙂
Ingrediënten
- 6 paprika’s
- 2 teentjes knoflook
- handje groene olijven
- handje zwarte olijven
- eetlepel kappertjes in het zout
- 1 tomaat
- evt. honing
Bak de teentjes knoflook in ruim olijfolie goudbruin en verwijder ze.
Snij de paprika’s in reepjes en vervolgens in stukjes van 3 à 4 cm lang. Snij de tomaat in stukjes en verwijder de zaadlijsten. Doe paprika, olijven, tomaat en kappertjes in de pan en laat ongeveer een halfuur, met deksel op de pan, zachtjes garen. Roer regelmatig om aanbranden te voorkomen. Beoordeel nu de paprika’s. Ze moeten volledig zacht zijn. Laat zo nodig het aanhangende vocht verdampen, door het vuur iets hoger te zetten en continu te blijven roeren.
Laten afkoelen. Klaar!
Lekker als lauwwarm bijgerecht, door pasta met tomatensaus, koud door sla of op de boterham.
Tip:
Wil je de paprika’s wat zoeter hebben, dan kun je een lepel honing toevoegen. Aan dit recept voeg ik geen zout toe. De olijven en zeker wanneer je kappers uit zout gebruikt (voor gebruik afspoelen!), zorgen voor voldoende zout.